2.3 Voorzorgsmaatregelen voor bediening
2.3.5
Slepen
Bij slepen
Onjuist slepen of een verkeerde keuze van de sleepkabel kan
leiden tot ernstig letsel of de dood.
Voor slepen, zie „Slepen van de machine (3-153)".
Controleer of de sleepkabel sterk genoeg is om de machine
!
te kunnen trekken.
Nooit een sleepkabel gebruiken die versleten is (A), een
!
gereduceerde diameter heeft (B) of onregelmatig is (C). Het
gevaar bestaat dat de kabel tijdens slepen breekt.
Bij de omgang met de sleepkabel altijd leren handschoenen
!
dragen.
Een machine op een helling nooit slepen.
!
Bij slepen nooit tussen beide voertuigen gaan staan.
!
Beweeg de machine langzaam en geleidelijk.
!
Bevestig een kabel aan het punt dat op de afbeelding met
!
een pijl is aangegeven.
2-32
www.duma-rent.com
Veiligheid
GK032072
GK038013
WA380-6H – VLAM440100