Bediening
ATTENTIE
Bij gebruik van een oliedrukfunctie bij een met laag toerental
draaiende motor, kan waarschuwingslamp oliedruk stuurinrich-
ting (rood) (3) voor een ogenblik gaan branden, maar als de
lamp meteen weer uitgaat is er geen probleem.
Als de noodsturing waarneemt dat de oliedruk in de stuurinrich-
ting weer is genormaliseerd, wordt de noodsturing weer uitge-
schakeld.
Bij machines met noodbesturing, bevindt zich de schakelaar
noodbesturing op de positie zoals weergegeven in afbeelding
(1).
Noodbesturing zelftest
Bij het draaien van de startschakelaar in stand ON (aan), wordt
de noodbesturing automatisch ongeveer 3 seconden ingesteld
om te controleren of deze juist werkt.
Hierbij gaan waarschuwingslamp oliedruk stuurinrichting (rood)
(1) en controlelamp noodbesturing (groen) (2) branden.
OPGELET
Als de machine tijdens de zelftest wordt bestuurd, kan deze
!
gaan bewegen.
Stuur de machine niet tijdens de zelftest.
!
De zelftest noodbesturing wordt in de volgende gevallen niet uit-
gevoerd.
Als de startschakelaar is ingeschakeld, weer wordt uitge-
!
schakeld zonder starten van de motor, en dan weer wordt
ingeschakeld.
Als de startschakelaar meteen na uitschakelen van de motor
!
weer wordt ingeschakeld en de stuuroliedruk nog niet is
gedaald.
Tijdens voorverwarmen.
!
Tijdens voorverwarmen
Tijdens voorverwarmen wordt de zelftest noodbesturing niet uit-
gevoerd.
De werking van de noodbesturing kan worden gecontroleerd
door de schakelaar noodbesturing in te drukken na het voorver-
warmen.
WA380-6H – VLAM440100
www.duma-rent.com
3.3 Bediening
2
1
GK038005
3-119