Werktuig, opties
1. Bedieningshendel werktuig
Met hendel (1) worden bak en hefarm bediend.
OPMERKING
Stand FLOAT (zweven) niet tijdens het laten zakken van de bak
gebruiken.Stand FLOAT (zweven) is bedoeld voor egaliseren,
zie „Egaliseren (3-126)".
Hefarm bedienen
Stand (a): RAISE (omhoog)
Als de bedieningshendel werktuig verder dan stand RAISE
(omhoog) wordt getrokken, blijft de hendel in deze stand tot de
hefarm de ingestelde positie van de kickout bereikt. Daarna
keert de hendel terug in stand HOLD (blijven).
Stand (b): HOLD (blijven)
De hefarm en de bak blijven in dezelfde stand staan.
Stand (c): LOWER (omlaag)
Stand (d): FLOAT (zweven)
De hefarm beweegt vrij onder externe krachten.
Bak bedienen
Stand (e): TILT (omhoog kantelen)
Als de werktuig-bedieningshendel verder dan stand TILT
(omhoog kantelen) wordt getrokken, blijft de hendel in deze
stand tot de bak de ingestelde positie bereikt. Daarna keert de
hendel terug in stand HOLD (blijven).
Stand (f): DUMP (omlaag kantelen)
WA380-6H – VLAM440100
6.5 Multifunctionele hendel (met/zonder hulpbedieningshendel)
d
c
Omlaag
Omlaag kantelen
www.duma-rent.com
f
b
a
e
Omhoog
Omhoog kantelen
GK032327
GK032142
GK032144
6-21