3.2 Verklaring van de onderdelen
4. Schakelaar transmissie-ontkoppeling
WAARSCHUWING
Zet de schakelaar transmissie-ontkoppeling bij het oprijden van
een helling in stand OFF (uit), duw het gaspedaal in met het lin-
ker rempedaal ingeduwd, en laat dan het rempedaal langzaam
los om de machine te laten rijden.Zo wordt voorkomen dat de
machine achteruit rijdt.
Duw schakelaar (4) in om het transmissie-ontkoppelsysteem in-
of uit te schakelen.
Als de schakelaar wordt ingedrukt, gaat de controlelamp bran-
den en is het systeem ingeschakeld. Bij de ingestelde positie
van het rempedaal wordt de transmissie in vrijstand gezet.
Zet de schakelaar normaal gesproken in stand ON (aan).
Voor details over de instelmethode van het ontkoppelpunt, zie
„Transmissie-ontkoppelpunt instellen (3-116)".
Stand (a): OFF (uit)
Het linker rempedaal werkt hetzelfde als de normale rem (rech-
ter rempedaal).
Stand (b): ON (aan)
Het linker rempedaal werkt hetzelfde als de normale rem, en zet
tegelijkertijd de transmissie in vrijstand.
De positie van het rempedaal waarin het ontkoppelsysteem
wordt geactiveerd kan worden ingesteld met de instelschakelaar
transmissie-ontkoppeling op het rechter schakelpaneel.
5. Instelschakelaar transmissie-ontkoppeling
OPGELET
Schakel de parkeerrem in voor het instellen van het transmissie-
ontkoppelpunt.
Zet schakelaar (5) in stand ON (aan) om het schakelpunt van
het rempedaal in te stellen waarop de transmissie automatisch
in vrijstand wordt geschakeld.
Stand (a): ON (aan)
Ontkoppelpositie kan worden ingesteld
Als de schakelaar wordt losgelaten, keert deze automatisch
terug in uitgangspositie.
Voor details over instelmethode van het ontkoppelpunt, zie
„Transmissie-ontkoppelpunt instellen (3-116)"
3-44
www.duma-rent.com
Bediening
b
a
GK038024
a
GK038025
WA380-6H – VLAM440100