Advertenties
Bediening
11. Controleer veiligheidsgordel en bevestigingen op beschadi-
ging.
Controleer de veiligheidsgordel op losse bevestigingsbou-
ten. Indien nodig, aandraaien.
Als de veiligheidsgordel of de bevestiging ervan is bescha-
digd of vervormd, de veiligheidsgordel vervangen.
12. Reinig de cabineruiten.
Reinig de cabineruiten voor een goed zicht tijdens gebruik
van de machine.
13. Controleer en reinig de achteruitkijkspiegels.
Controleer de achteruitkijkspiegel op breuken. Vervang een
beschadigde spiegel. Reinig het oppervlak van elke spiegel
en stel de hoek in zodat er vanaf het bestuurdersplatorm
goed achteruit kan worden gekeken.
14. Controleer de banden.
WAARSCHUWING
Beschadigde of versleten banden kunnen exploderen. Dit kan
ernstige ongelukken veroorzaken.
Uit veiligheidsoverwegingen, de volgende banden niet gebrui-
ken.
Slijtage:
Banden waarvan het profiel minder is dan 15% van dat van een
nieuwe band.
Banden met onregelmatige of asymmetrische slijtage.
Beschadiging:
Banden die zijn beschadigd tot op de gordellaag of waarvan het
rubber is opengebarsten.
Banden met gescheurde of naar buiten getrokken gordellaag.
Banden met loslatend oppervlak.
Banden met beschadigde velgranden.
Tubeless banden die lekken of onjuist zijn gerepareerd.
Banden die zijn versleten, vervormd of abnormaal beschadigd
en een onbruikbare indruk maken.
15. Controleer de velgen.
WAARSCHUWING
Controleer de velgen en ringen op vervorming, corrosie en breu-
ken.
In het bijzonder de zijringen, borgringen en velgranden.
WA380-6H – VLAM440100
www.duma-rent.com
Bandhiel
Gordellaag
3.3 Bediening
GK015036
GK032176
3-83
Advertenties
