Advertenties
2.3 Voorzorgsmaatregelen voor bediening
2.3
Voorzorgsmaatregelen voor bediening
2.3.1
Motor starten
Als er een waarschuwingsteken aan de bedieningshendel werk-
tuig is bevestigd, de motor niet starten en geen hendels aanra-
ken.
Controles voor motor starten
Voor elke start aan het begin van het dagelijkse werk de vol-
gende controles uitvoeren.
Vensters reinigen voor een goed zicht.
!
Koplampen, werklampen en combinatielamp achter reinigen
!
en controleren of ze juist werken.
Koelvloeistofpeil, brandstofpeil en oliepeil in motorolievat
!
controleren. Luchtfilter op vervuiling controleren. Elektrische
bedrading op beschadiging controleren.
Modder of stof rond de pedalen verwijderen. Pedalen op
!
juiste werking controleren.
Bestuurdersstoel instellen. Veiligheidsgordel en bevestigin-
!
gen op beschadiging en slijtage controleren.
Juiste werking van de meters controleren. Stand van de
!
spiegels controleren. Controleren of de bedieningshendels
zich allemaal in vrijstand bevinden.
Voor het starten van de motor controleren of de vergrendel-
!
hendel zich in stand LOCK (Vast) bevindt.
Spiegels instellen. De achterkant van de machine moet
!
zichtbaar zijn vanaf de bestuurdersstoel. Zie „Spiegels
instellen (3-95)".
Controleren of er zich geen personen of voorwerpen boven,
!
onder of rond de machine bevinden.
2-18
www.duma-rent.com
Veiligheid
GK038010
GK050012
WA380-6H – VLAM440100
Advertenties
