Bediening
Laden
1. Laden en lossen alleen op een vlakke ondergrond.
Houd een veilige afstand tot de wegberm.
2. Gebruik de remmen van de dieplader. Breng wielblokken
aan om te voorkomen dat de dieplader beweegt.
De opritten moeten op een lijn met de dieplader liggen.
De opritten moeten aan beide kanten even hoog zijn.
De hoek van de opritten mag niet groter zijn dan 15°.
De opritten moeten precies onder de middelpunten van de
banden liggen.
Als de opritten doorbuigen, moeten ze worden ondersteund
met blokken enz.
3. Eerst de richting van de opritten bepalen. Dan de machine
er langzaam oprijden.
4. Rij de machine in de voorgeschreven stand op de dieplader.
Machine beveiligen
Rij de machine als volgt op de dieplader.
1. Laat het werktuig langzaam zakken.
2. Controleer of de bedieningshendel werktuig zich in stand
HOLD (blijven) bevindt. Zet de vergrendelhendel in stand
LOCK (vast).
3. Zet de schakelaar parkeerrem in stand ON (aan) (A) om de
parkeerrem te activeren.
4. Zet de startschakelaar in stand UIT om de machine stil te
zetten. Neem de sleutel uit de startschakelaar.
WA380-6H – VLAM440100
www.duma-rent.com
Oprit
Max. 15°
Afstand
tussen oprit
Vast
OFF (uit)
3.4 Transport
Blokken
Blok
GK032225
Vrij
GK038007
ON (aan)
GK038008
3-141