Advertenties
Bediening
De brandduur van controlelamp voorverwarmen (2) hangt af
van de omgevingstemperatuur zoals afgebeeld in de tabel
rechts.
2. Draai de sleutel in startschakelaar (1) in stand START (C),
als controlelamp voorverwarmen (2) niet gaat branden of als
de lamp eerst brandt en dan uitgaat om aan te geven dat
voorverwarmen is voltooid.
3. De startmotor blijft draaien. De motor springt aan.
Hou de sleutel in startschakelaar (1) in stand START (C) om
de startmotor te laten draaien tot de motor aanspringt.
ATTENTIE
Bij lage temperaturen wordt er ten gunste van de motorsmering
en ter verlenging van de levensduur gedurende 3 seconden
nadat de sleutel in startschakelaar (1) in stand STARTEN (C)
werd gezet geen brandstof toegevoegd, waardoor de motor in
deze tijd dus niet start.
Hou de sleutel daarom in startschakelaar (1) in stand START (C)
om de startmotor te laten draaien tot de motor aanspringt.
4. Nadat de motor start, de sleutel in startschakelaar (1) losla-
ten.De sleutel keert automatisch terug in stand ON (aan) (B).
ATTENTIE
Hou het gaspedaal, nadat de motor is aangesprongen, inge-
duwd tot de motor warm is. Duw het pedaal niet helemaal in.
WA380-6H – VLAM440100
www.duma-rent.com
Omgevings-
Brandduur
temperatuur
0 seconden tot
-1°C tot -15°C
30 seconden
-15°C of minder
30 seconden
A
B
A
B
3.3 Bediening
C
GK038021
C
GK038021
3-99
Advertenties
