Veiligheid
Werken op hellingen
Neem het volgende in acht, om te voorkomen dat de machine
kantelt of slipt.
Bij rijden op hellingen de bak op hoogte "A" (ongeveer 200
!
tot 300 mm boven de grond) houden.In een noodgeval
onmiddellijk de bak op de grond laten zakken om de
machine te stoppen.
Hellingen altijd recht op- of afrijden. Schuin een helling oprij-
!
den is extreem gevaarlijk.
Op heuvels niet keren of slingeren.Ga altijd terug naar een
!
stuk vlak terrein om de positie van de machine te verande-
ren, en rij dan weer de helling op.
Op gras, bladeren of natte staalplaten langzaam rijden. Zelfs
!
op flauwe hellingen bestaat slipgevaar voor de machine.
Als de motor stopt, onmiddellijk het rempedaal induwen, de
!
bak op degrond laten zakken en de parkeerrem aantrekken
om de machine tot stilstand te brengen.
Bij naar beneden rijden nooit schakelen of de versnellings-
!
bak in vrijstand zetten. Het is gevaarlijk om de remmende
kracht van de motor niet te gebruiken. Zet de versnellings-
bak altijd in een lage versnelling alvorens een helling af te rij-
den.
Rij langzaam naar beneden. Indien nodig naast de rem-
!
mende kracht van de motor ook het rempedaal gebruiken
om de rijsnelheid te regelen.
Bij op- of afrijden van hellingen met een beladen bak, altijd
!
met de bak naar boven rijden. Als de machine met de bak
omlaag rijdt, bestaat de kans dat de machine kantelt.
WA380-6H – VLAM440100
www.duma-rent.com
2.3 Voorzorgsmaatregelen voor bediening
GK032055
GK032056
GK032057
2-23