Bediening
Veiligheidsriem
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar! Een beschadigde veiligheidsriem, een
!
veiligheidsriem die bij een ongeval werd uitgerekt of een vei-
ligheidsriem waarvan de bevestigingsschroeven niet juist
zijn gemonteerd bieden niet voldoende bescherming bij een
ongeluk!
Vervang de veiligheidsriem als deze is beschadigd of als de
!
machine bij een ongeluk betrokken was. Controleer of de
riembevestigingen in perfecte toestand zijn alvorens de vei-
ligheidsriem om te doen.
Als u bij een ongeluk geen veiligheidsriem draagt, kan dit lei-
!
den tot ernstig letsel!
Doe de veiligheidsriem om alvorens met werken te beginnen
!
en doe hem tijdens het werk niet af. Doe de veiligheidsriem
zodanig om dat hij strak zit en niet gevouwen is.
De machine beschikt over een onderriem die automatisch strak
trekt. Bij langzame bewegingen biedt de riem veel bewegings-
vrijheid, maar bij plotselinge bewegingen of tijdens remmen,
optrekken en heuvels op- en afrijden trekt hij meteen strak.
De veiligheidsriem omdoen
1. Ga zitten op de bestuurdersstoel'.
2. Trek riem (1) er langzaam en ononderbroken uit.
3. Steek gesp (2) in gesphouder (3) tot hij vergrendelt.
4. Trek aan de riem om te controleren of hij goed vastzit.
De riem kan niet naar buiten worden getrokken tenzij deze
helemaal is opgerold.
De veiligheidsriem afdoen
Druk op de oranje knop om de riem te ontgrendelen en laat hem
naar binnen schieten.
WA380-6H – VLAM440100
www.duma-rent.com
3.3 Bediening
1
2
3
GK015036
3-93