Bediening
3.3.15
Banden
Voorzorgsmaatregelen bij banden
OPGELET
Bij de volgende defecten aan de banden moeten ze uit vei-
!
ligheidsoverwegingen worden vervangen.
Hieldraad is gebroken of verbogen. De hele band is ver-
!
vormd.
Overmatige slijtage, het karkas (behalve breker) is voor
!
meer dan 1/4 zichtbaar.
Beschadiging van het karkas over meer dan 1/3 van de
!
bandbreedte.
Bandenlagen los van elkaar.
!
Radiale breuken bereiken het karkas.
!
Vervorming of beschadiging die een band onbruikbaar
!
maakt.
Raadpleeg uw KOMATSU dealer om de banden te vervangen.
Het is gevaarlijk zonder voorzorgsmaatregelen met een krik aan
de machine te werken.
Bandenspanning
Meet de bandenspanning voor werkbegin als de banden nog
koel zijn.
Als de bandenspanning te laag is, worden ze overbelast. Als de
spanning te hoog is, kunnen de banden openscheuren en explo-
deren.Om deze problemen te voorkomen, de bandenspanning
instellen volgens de tabel op de volgende pagina.
Deflectie = H - h / H x 100
Als visuele richtlijn (deflectie/vrije hoogte) geldt het volgende:
Bij normale last (hefarm horizontaal):
Ongeveer 15 tot 25%
Bij graven (achterwielen van de grond):
Ongeveer 25 tot 35%
Controleer tijdens controle van de bandenspanning ook op
kleine beschadigingen of afbladderen van de banden, op spij-
kers of kleine metalen deeltjes en op ongewone slijtage.
WA380-6H – VLAM440100
www.duma-rent.com
Loopvlak
Tussendeel of gordel
Schouder
Binnenlaag
Karkas
Zijkant
Bandhiel
3.3 Bediening
(voering)
GK032223
GK032224
3-137