Advertenties
www.duma-rent.com
3.2 Verklaring van de onderdelen
Bediening
Dit is een noodbesturing zelftest.
Voor details, zie „Noodsturing (3-118)".
4. Controlelamp uitgangsmodus (powermodus)
Lamp (4) gaat branden als de powermodus is ingeschakeld.
Als de schakelaar motorpowermodus wordt gebruikt om de
powermodus te selecteren, gaat de controlelamp branden.
Voor details, zie „Schakelaar powermodus (3-42)".
GK043112
5. Controlelamp voorverwarmen
Lamp (5) gaat branden als de elektrische voorverwarming voor
de motor is geactiveerd.
Bij koud weer gaat de lamp branden als de startschakelaar in
stand ON (aan) wordt gezet. De lamp gaat uit als het voorver-
warmen is voltooid.
De voorverwarmtijd hangt af van de watertemperatuur in de
motor.
GK032108
Voor details, zie „Motor starten (3-98)".
6. Controlelamp semi-automatisch graven
(optie)
Lamp (6) wordt niet gebruikt.
GK050040
7. Controlelamp auto-smering
(optie)
Lamp (7) wordt niet gebruikt.
GK050033
3-28
WA380-6H – VLAM440100
Advertenties
