Opbouw en werking
4.
Dozerbladhendel
Met de dozerbladhendel kan het dozerblad worden geheven en neergelaten. Het dozerblad kan worden neer-
gelaten door de hendel naar voren te drukken; het kan worden geheven door de hendel naar achteren te trek-
ken.
5.
Startschakelaar
De startschakelaar dient als hoofdschakelaar van de complete graafmachine alsmede als schakelaar voor
het voorgloeien en starten van de motor.
6.
Motortoerentalhendel
Met de motortoerentalhendel kan de gebruiker het motortoerental traploos instellen.
7.
Ruitenwis-/sproeischakelaar (cabine-uitvoering)
Met de ruitenwis-/sproeischakelaar wordt de ruitenwisser van de voorruit resp. de ruitensproei-installatie in-
geschakeld.
8.
Ventilatorschakelaar (cabine-uitvoering)
Met de ventilatorschakelaar wordt de ventilator ingeschakeld. De luchtstroom kan op STERK (HI) of ZWAK
(LO) worden afgesteld.
9.
Handmatige motorstop
Met deze installatie kan de gebruiker de motor met de hand uitschakelen.
10. Schakelaar zwaailamp
Met deze schakelaar wordt het zwaailicht (accessoire) in- en uitgeschakeld.
11. Schakelaar werklampen
Met deze schakelaar worden de werklampen in- resp. uitgeschakeld.
12. Polssteun
De polssteun zorgt ervoor, dat de gebruiker de bedieningshendel kan gebruiken zonder snel moe te worden.
13. Rechter bedieningshendel
Met de rechter bedieningshendel kan de boom en de bak wor-
den bewogen.
De afbeelding toont, in combinatie met de navolgende tabel, de
functies voor de rechter bedieningshendel.
Positie bedieningshendel
1
2
3
4
14. Claxondrukknop
Met de claxondrukknop kan de voertuigclaxon worden bediend.
15. Display- en bedieningseenheid
De functies van de display- en bedieningseenheid zijn in de paragraaf Beschrijving van de display- en bedie-
ningseenheid (blz. 50) beschreven.
RG158-8244-1
07/2018
Beweging
Boom omlaag
Boom omhoog
Bak intrekken
Bak uitzwenken
49