Opnieuw in bedrijf stellen na de stillegging
Graafmachine zo nodig grondig schoonmaken (blz. 129).
Hydraulische olie op condenswater controleren, zo nodig verversen (blz. 138).
Smeervet aan de zuigerstangen van de hydraulische cilinders verwijderen.
Accu inbouwen (blz. 141).
Veiligheidsvoorzieningen op werking controleren.
Werkzaamheden vóór het dagelijks in bedrijf stellen uitvoeren (blz. 63). Indien bij het in bedrijf stellen defecten
worden geconstateerd, mag de graafmachine pas na het verhelpen van de defecten worden gebruikt.
Indien gedurende de stillegging de veiligheidstechnische keuring is gepland, moet deze vóór het opnieuw in
bedrijf stellen worden uitgevoerd.
Motor starten (blz. 70). Graafmachine met een lager motortoerental bedrijven en alle functies doorlopen.
156
Stillegging en opslag
RG158-8244-1
07/2018