Onderhoud
Schoonmaken van de graafmachine
Voordat met de schoonmaakwerkzaamheden wordt begonnen; motor afschakelen en tegen opnieuw
STOP
inschakelen beveiligen.
Bij het gebruik van een stoomapparaat voor het schoonmaken van de graafmachine mag de straal
niet op de elektrische onderdelen worden gehouden.
De waterstraal niet op de inlaatopening van het luchtfilter houden.
Het schoonmaken van de graafmachine met brandbare vloeistoffen is verboden.
Het wassen van de graafmachine mag alleen op hiervoor bestemde plaatsen (met olie-, vetafschei-
der) plaatsvinden.
Het schoonmaken van de graafmachine kan met water en een toevoeging van een in de handel gebruikelijk rei-
nigingsmiddel plaatsvinden. Daarbij erop letten, dat geen water in de elektrische installatie komt.
Kunststofdelen moeten met een kunststofreinigingsmiddel worden behandeld.
Onderhoudswerkzaamheden
Voorkomende onderhoudswerkzaamheden moeten ter verzorging en instandhouding van de graafmachine zoals
voorgeschreven worden uitgevoerd.
Bijvullen van koelvloeistof
Motorkap openen (blz. 111).
Antivriesgehalte met een antivriestester controleren; dit moet
bij -25 °C liggen.
Het antivriesgehalte mag niet groter zijn dan 50 %.
Deksel van het koelvloeistofexpansiereservoir met koude mo-
tor openen en aangemengde koelvloeistof tot aan het merk
FULL (1) vullen.
Deksel van het expansiereservoir sluiten.
Indien het koelvloeistofexpansiereservoir compleet was leeggemaakt, moet het vloeistofpeil in de radiateur wor-
den gecontroleerd.
RG158-8244-1
07/2018
129