Beker (5) leegmaken en met schone dieselolie reinigen.
Filters (1) op overmatige vervuiling controleren, zo nodig ver-
vangen.
Pakkingring (4) vernieuwen en met dieselolie insmeren.
Componenten in de volgorde 1 t/m 6 monteren.
Daarbij de rode kunststofring (2) en de drukveer (3)
niet vergeten.
Ringmoer (6) met de hand vastzetten; geen gereedschap ge-
bruiken.
Omschakelkraan in stand ON zetten.
Brandstofsysteem ontluchten (blz. 108).
Waterafscheider op lekkage controleren.
Poetsdoeken volgens de geldende milieubeschermingsbepalingen afvoeren.
Motorkap sluiten.
Aftappen van water in de brandstoftank
Opvangbak met een minimale inhoud van 12 l onder de aftap-
kraan plaatsen.
Aftapplug (2) eruit draaien.
Aftapkraan (1) door draaien in stand (B) openen en water aftap-
pen.
Aftapkraan door draaien in stand (A) sluiten.
Aftapplug er weer in draaien.
Vloeistof in een opvangbak volgens de geldende mili-
eubeschermingsbepalingen afvoeren.
Controleren van brandstofleidingen en luchtaanzuigslangen
Motorkap openen (blz. 111).
Alle bereikbare brandstofleidingen, luchtaanzuigslangen en klemmen op toestand en goede bevestiging con-
troleren.
Beschadigde onderdelen moeten worden hersteld resp. vervangen.
Motorkap sluiten.
136
Onderhoud
1
2
3
4
5
RG158-8244-1
6
07/2018