Centrale koelvloeistofaftap (1) openen en alle koelvloeistof af-
tappen.
De koelvloeistof moet worden opgevangen en volgens
de geldende milieubeschermingsbepalingen worden
afgevoerd.
Bij sterke verontreiniging het koelsysteem spoelen. Daarvoor met
een slang door de opening van de radiateurdop water zonder toe-
voegingen in het koelsysteem sproeien, totdat helder water uit de
aftap naar buiten komt.
Centrale koelvloeistofaftap sluiten.
Koelvloeistofexpansiereservoir (1) verwijderen en leegmaken;
zo nodig reinigen. Reservoir weer aanbrengen.
Radiateur en expansiereservoir met aangemengde koelvloei-
stof vullen.
Koelsysteem ook in de zomer niet alleen met water be-
drijven. Het antivries bevat tevens een corrosiewerend
middel.
Motor starten (blz. 70) en warm laten draaien.
Motor uitschakelen (blz. 72).
Koelvloeistof peil controleren (blz. 64), zo nodig koelvloeistof bijvullen (blz. 129).
Motorkap en zijklep sluiten.
Vervangen van motorolie en oliefilter
Motorkap openen (blz. 111).
Het verversen van de motorolie moet met bedrijfswarme motor worden uitgevoerd.
Voorzichtig, de motorolie en het oliefilter zijn heet verbrandingsgevaar.
STOP
Olie-opvangbak met een inhoud van ca. 15 l onder de motorolieaftap plaatsen. De motorolie mag niet
in de grond terechtkomen; de olie moet net zoals het oliefilter volgens de geldende milieubescher-
mingsbepalingen worden afgevoerd.
132
Onderhoud
RG158-8244-1
07/2018