Onderhoud
Aftappen van de motorolie
Olieaftapplug (1) eruit draaien en motorolie in de opvangbak af-
tappen.
Olieaftapplug van nieuwe pakking voorzien en erin draaien.
Vervangen van het oliefilter
Olie-opvangbak onder het oliefilter (1) plaatsen, het oliefilter
met een oliefiltersleutel verwijderen, door deze linksom te
draaien.
Pakkingring van het nieuwe oliefilter met motorolie insmeren.
Oliefilter aanbrengen en met de hand vastdraaien; niet de olie-
filtersleutel gebruiken.
Vullen van motorolie
Vulhoeveelheid:
2,6 l (KX015-4/KX016-4)
3,6 l (KX018-4/KX019-4)
Draai de olievuldop (2) open en vul motorolie volgens para-
graaf Onderhoudsmiddelen (blz. 151) in.
Olievuldop vastdraaien.
Motor starten (blz. 70), de controlelamp motoroliedruk moet
onmiddellijk na het aanspringen van de motor uitgaan. Indien
niet, motor direct uitschakelen, geschoold personeel inlichten.
Motor laten warmdraaien en vervolgens uitschakelen (blz. 72). Na een wachttijd van 5 min oliepeil controle-
ren.
Oliepeilstok (1) eruit trekken en met een schone doek afvegen.
Oliepeilstok weer helemaal terugplaatsen en opnieuw eruit trekken. Het oliepeil moet zich in het bereik "A"
bevinden. Bij een te laag oliepeil; motorolie bijvullen.
Het bedrijf met een te laag of te hoog oliepeil kan tot motorschade leiden.
Bij het verversen van de olie moet de motorolie tot het "MAX"-merkstreepje worden gevuld.
Motorkap sluiten.
RG158-8244-1
07/2018
133