Afvoeren van gebruikte koelvloeistof
Gebruikte koelvloeistof met ethyleenglycol is een spe-
ciale afvalstof die volgens de voorschriften afgevoerd
moet worden. Raadpleeg de gemeentelijke instanties
over de juiste wijze van afvoeren. Om inslikken door
kinderen of dieren te voorkomen, dient u koelvloeistof
met ethyleenglycol nooit in open vaten of houders te
bewaren. Laat de vloeistof ook nooit in plassen op de
grond terechtkomen. Wanneer een kind koelvloeistof
binnenkrijgt, moet u onmiddellijk een arts raadplegen.
Verwijder gemorste vloeistof onmiddellijk.
Koelvloeistofpeil
De radiator is normaliter helemaal gevuld. Het is dus
niet nodig de radiatordop te openen, behalve om de
antivriesconcentratie te controleren of de koelvloei-
stof te verversen. Maak uw monteur hierop attent.
Zolang de bedrijfstemperatuur van de motor in orde is,
hoeft u het expansiereservoir slechts eenmaal per
maand te controleren. Wanneer u koelvloeistof moet
bijvullen, moet u dat doen via de vulopening van het
expansiereservoir. Vul nooit te veel vloeistof bij.
Voorzorgsmaatregelen
OPMERKING: Wanneer u na enkele kilometers de
auto tot stilstand brengt, ziet u mogelijk waterdamp
opstijgen vanuit de voorzijde van het motorruimte. Dat
is gewoonlijk het gevolg van een hoge luchtvochtigheid,
of van regen of sneeuw die bij de radiator is achterge-
bleven en die verdampt zodra de thermostaatklep
opengaat en hete koelvloeistof de radiator binnen-
stroomt.
Wanneer bij een inspectie van de motorruimte blijkt
dat de radiator en de slangen geen defecten vertonen,
kunt u gerust met de auto gaan rijden. De damp zal snel
verdwijnen.
• Vul niet te veel vloeistof bij in het expansiereservoir.
• Controleer het antivriesgehalte in de radiator en het
expansiereservoir. Als koelvloeistof moet worden
bijgevuld, moet ook de inhoud van het expansiere-
servoir tegen bevriezing worden beschermd.
• Als u regelmatig koelvloeistof moet bijvullen of het
peil in het expansiereservoir niet daalt zodra de
motor afkoelt, dient het koelsysteem via een druk-
test op lekkage te worden gecontroleerd.
• Controleer of de overloopslangen van de radiator en
het expansiereservoir niet gedeukt of geblokkeerd
zijn.
• Houd de voorzijde van de radiator schoon. Als uw
auto is uitgerust met airconditioning, reinigt u de
voorzijde van de condensor.
• Vervang nooit de thermostaat voor een zomer- of
wintertype. Wanneer vervanging noodzakelijk is,
mag UITSLUITEND het gespecificeerde type ther-
mostaat worden ingebouwd. Andere modellen kun-
nen onvoldoende koelprestaties leveren en een ho-
ger brandstofverbruik en hogere emissiewaarden
teweegbrengen.
UW AUTO
VEILIGHEID
CORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTO
WAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
309