voor het strak stellen van de band. Voorwaarts ge-
richte kinderzitjes en sommige achterstevoren gerichte
babyzitjes hebben vaak ook een bevestigingsband, een
haak voor bevestiging aan de bandankerpunten en een
versteller waarmee u de strakheid van de band regelt.
U maakt eerst het verstelmechanisme aan de onderste
banden en aan de verankeringsband los, zodat u de
haken of koppelingen gemakkelijker aan de veranke-
ringspunten in de auto kunt vastmaken. Bevestig ver-
volgens de onderste haken of aansluitingen via de
bovenkant van het bekledingsmateriaal van de zitplaats.
Bevestig daarna de band aan het ankerpunt dat zich
onmiddellijk achter de stoel bevindt waar het kinder-
zitje op wordt geplaatst en zorg dat de band zo de
kortste weg volgt tussen het ankerpunt en het kinder-
zitje, bij voorkeur tussen de hoofdsteunpennen onder
(afb. 135)
Verankeringspunten bovenste verankeringsband
de hoofdsteun. Plaats bij de middelste zitplaats de
hoofdsteun in de hoogste stand en geleid de band
tussen de pennen van de hoofdsteun door. Bevestig
vervolgens de haak aan het verankeringspunt aan de
achterzijde van de stoel. Trek tot slot alle drie banden
aan terwijl u het kinderzitje naar achteren en omlaag
tegen de bank drukt, en trek de banden strak overeen-
komstig de aanwijzingen van de fabrikant van het kin-
derzitje.
OPMERKING:
• Voorkom dat de ankerband in de opening tussen de
rugleuningen van de achterbank verdwijnt wanneer u
de band strak trekt.
• Wanneer u het ISOFIX-bevestigingssysteem ge-
bruikt om een kinderzitje te installeren, moet u ervoor
zorgen dat alle veiligheidsgordels die op dat moment
niet worden gebruikt, buiten het bereik van kinderen
worden gehouden. Herinner alle kinderen in de auto
eraan dat de autogordels geen speelgoed zijn en dat zij
er niet mee mogen spelen. Laat bovendien nooit kin-
deren zonder toezicht achter in de auto.
UW AUTO
VEILIGHEID
CORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTO
WAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
195