Inhoudsopgave
Advertenties
UW AUTO
Wanneer ESC in de stand "Partial Off "
(Gedeeltelijk uit) staat, wordt de functi-
onaliteit van het TCS, (behalve de functie be-
perkte slip beschreven in het hoofdstuk TCS),
VEILIGHEID
uitgeschakeld en brandt het indicatielampje
"ESC OFF".Alle overige stabiliteitsvoorzieningen
CORRECT
van het ESC-systeem functioneren normaal.Wan-
GEBRUIK VAN
neer het ESC in de stand "Partial Off " (Gedeel-
DE AUTO
telijk uit) staat, wordt de functie voor motorver-
mogenreductie van het TCS uitgeschakeld en
WAARSCHU-
vermindert de verbeterde voertuigstabiliteit die
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
het ESC-systeem biedt.
CONTROLE-/STORINGSLAMPJE
NOODGEVALLEN
ELEKTRONISCH
STABILITEITSPROGRAMMA EN
CONTROLELAMPJE ELEKTRONISCH
STABILITEITSPROGRAMMA UIT
ONDERHOUD
Het controle-/storingslampje elektronisch
stabiliteitsprogramma in de instrumenten-
groep gaat branden wanneer de contactscha-
TECHNISCHE
kelaar in de stand ON wordt gezet. Wanneer
SPECIFICATIES
de motor draait, behoort dit lampje uit te gaan. Wan-
neer het ESC-indicatie-/storingslampje permanent
blijft branden terwijl de motor draait, is een storing
INHOUD
gedetecteerd in het ESC-systeem. Als het lampje blijft
branden nadat er verschillende keren is gestart en u
128
WAARSCHUWING!
meerdere kilometers hebt gereden met een snelheid
boven 48 km/u, dient u zo snel mogelijk contact op te
nemen met uw erkende dealer om het probleem te
laten opsporen en verhelpen.
Het controle-/storingslampje elektronisch stabiliteits-
programma (in de instrumentengroep) begint te knip-
peren zodra de banden hun grip verliezen, waarna het
ESC-systeem wordt geactiveerd. Het controle-/
storingslampje
elektronisch
knippert ook wanneer het TCS-systeem actief is. Als
het controle-/storingslampje elektronisch stabiliteits-
programma gaat knipperen tijdens het accelereren,
neemt u langzaam gas terug en rijdt u door terwijl u zo
weinig mogelijk gas geeft. Stem uw snelheid en rijstijl
altijd af op de toestand van het wegdek.
OPMERKING:
• Het controle-/storingslampje elektronisch stabili-
teitsprogramma en het controlelampje elektronisch
stabiliteitsprogramma UIT zullen altijd kort branden
wanneer de contactschakelaar in de stand ON wordt
gezet..
• Elke keer wanneer u de contactschakelaar in stand
On zet, wordt het ESC-systeem ingeschakeld, ook
wanneer dit eerder werd uitgeschakeld.
• Het ESC-systeem maakt zoemende of klikkende ge-
luiden wanneer het actief is. Dit is normaal. De gelui-
den houden op wanneer ESC inactief wordt na de
stabiliteitsprogramma
Advertenties
Inhoudsopgave
