het krikpunt aan de dorpelbalk. (afb. 159)
(afb. 160)
UW AUTO
VEILIGHEID
CORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTO
WAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
(afb. 158)
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
(afb. 159)
Locatie voor het opkrikken van de vooras
260
Krikpunten
4. Krik het voertuig op door de krikas naar rechts te
draaien met de slinger. Breng de auto zover omhoog
dat de band net loskomt van het wegdek en er
voldoende speling is om het reservewiel te monte-
ren. De voertuigstabiliteit blijft maximaal als de
band zo laag mogelijk boven de grond blijft.
WAARSCHUWING!
Als u de auto hoger opkrikt dan noodza-
kelijk, zal hij minder stabiel staan. De
auto kan van de krik glijden en zo ernstig letsel
veroorzaken. Krik de auto slechts zover op als
nodig is om het wiel te verwijderen.
5. Verwijder de wielmoeren. Verwijder de wieldop,
indien aanwezig, van het wiel met de hand. Wrik de
(afb. 160)
Locatie voor het opkrikken van de achteras