2.5
Nulpuntverschuivingen
De weergave van de reële waarden van de ascoördinaten heeft na het instellen van het
referentiepunt betrekking op het machinenulpunt (M) van het machinecoördinatensysteem
(MKS). Het programma voor het bewerken van het werkstuk daarentegen heeft betrekking
op het werkstuknulpunt (W) van het werkstukcoördinatensysteem (WKS). Het
machinenulpunt en het werkstuknulpunt hoeven niet identiek te zijn. Afhankelijk van het type
werkstuk en de manier van opspannen kan de afstand tussen het machinenulpunt en het
werkstuknulpunt variëren. Bij de programmabewerking wordt met deze nulpuntverschuiving
rekening gehouden; deze kan zijn samengesteld uit verschillende verschuivingen.
De weergave van de reële waarden van de ascoördinaten heeft na het instellen van het
referentiepunt betrekking op het machinenulpunt van het machinecoördinatensysteem
(MKS).
De weergave van de reële waarde van de posities kan verwijzen naar het ENS-
coördinatensysteem. Daarbij wordt de positie van het actieve gereedschap in relatie tot het
werkstuknulpunt weergegeven.
Beeld 2-1
Wanneer het machinenulpunt en het werkstuknulpunt niet identiek zijn, is er minimaal één
verschuiving (basisverschuiving of een nulpuntverschuiving) waarin de positie van het
werkstuknulpunt is opgeslagen.
Basisverschuiving
De basisverschuiving is een nulpuntverschuiving die steeds actief is. Wanneer u geen
basisverschuiving heeft gedefinieerd, dan is deze nul. De basisverschuiving moet worden
vastgelegd in het venster "nulpuntverschuiving - basis".
Universal
Bedieningshandboek, 02/2011, 6FC5398-6AP40-0JA0
Nulpuntverschuivingen
Machine instellen
2.5 Nulpuntverschuivingen
63