Parameters overnemen
Wanneer u alle vereiste parameters correct heeft ingevoerd, kunt u het venster sluiten en
opslaan.
U kunt de parameters niet overnemen zolang deze niet volledig of niet correct zijn ingevoerd.
In de dialoogbalk kunt u dan zien welke parameters ontbreken of fout zijn ingevoerd.
Universal
Bedieningshandboek, 02/2011, 6FC5398-6AP40-0JA0
Met de toetsen <BACKSPACE> en <DEL> kunt u afzonderlijke tekens
wissen.
+ <*>
Met de toetsen <SHIFT> + <*> kunt u het vermenigvuldigingsteken
invoeren.
+ </>
Met de toetsen <SHIFT> + </> kunt u het deelteken invoeren.
Met de toetsen <SHIFT> + <(> en <SHIFT> + <)> kunt u haakjes
invoeren.
+ <)>
+ <Getal>
Voer "r" of "R" en getal x in, waaruit u de wortel wilt trekken.
+ <Getal>
Voer "s" of "S" en getal x in dat u in het kwadraat wilt verheffen.
Met de toets <INPUT> sluit u het invoeren van de waarde af; het
resultaat wordt in het veld overgenomen.
Druk op de softkey "OK".
- OF -
Druk op de softkey "Overnemen".
Inleiding
1.4 Interface
39