Inleiding
1.2 Front bedieningspaneel
Toets
24
Functie
<INPUT>
Sluit de invoer van een waarde in een invoerveld af.
Opent een directory of een programma.
Voegt een leeg programmablok in als de cursor aan het
einde van een programmablok staat.
Er wordt een teken ingevoegd ter markering van een nieuwe
regel en het programmablok wordt in 2 delen gesplitst.
Voegt in de G-code een nieuwe regel in na het
programmablok.
Voegt in het werkstappenprogramma een lege regel voor G-
code in.
<ALARM> - enkel OP 010 en OP 010C
Roept bedieningsbereik "Diagnose" op.
<PROGRAM> - enkel OP 010 en OP 010C
Roept bedieningsbereik "Programma-manager" op.
<OFFSET> - enkel OP 010 en OP 010C
Roept bedieningsbereik "Parameters" op.
<PROGRAM MANAGER> - enkel OP 010 en OP 010C
Roept bedieningsbereik "Programma-manager" op.
Menu doorschakeltoets
Schakelt verder in de uitgebreide horizontale softkeybalk.
Menu terugkeertoets
Schakelt terug naar het hogere menu.
<MACHINE>
Roept bedieningsbereik "Machine" op.
<MENU SELECT>
Roept het basismenu op voor de selectie van de
bedieningsbereiken.
Bedieningshandboek, 02/2011, 6FC5398-6AP40-0JA0
Universal