Inleiding
1.4 Interface
Weergave
Actieve bedrijfsmodus of subbedrijfsmodus
Alarmen en meldingen
Tweede regel
Weergave
De vermeldingen op de tweede regel kunnen worden geconfigureerd.
30
Betekenis
Bedieningsbereik "Diagnose"
Bedieningsbereik "Inbedrijfstelling"
Bedrijfsmodus "JOG"
Bedrijfsmodus "MDA"
Bedrijfsmodus "AUTO"
Subbedrijfsmodus "TEACH In"
Subbedrijfsmodus "REPOS"
Subbedrijfsmodus "REF POINT"
Alarmweergave
De alarmnummers worden in witte tekst op een rode achtergrond
weergegeven. De bijbehorende alarmtekst wordt in rode tekst
weergegeven.
Een pijl geeft aan dat er meerdere alarmen actief zijn.
Een bevestigingssymbool geeft aan dat een alarm kan worden
bevestigd of gewist.
NC- of PLC-melding
Meldingsnummers en -teksten worden in zwarte tekst weergegeven.
Een pijl geeft aan dat er meerdere meldingen actief zijn.
Meldingen uit NC-programma's hebben geen nummer en worden in
groene tekst weergegeven.
Betekenis
Programmapad en programmanaam
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
Bedieningshandboek, 02/2011, 6FC5398-6AP40-0JA0
Universal