30
Sleutels, portieren en ruiten
Deze functies is op ieder gewenst
moment te activeren of te deactive‐
ren. Druk, bij ingeschakeld contact,
op - totdat een geluidssignaal klinkt
en het bijbehorende bericht
verschijnt.
De stand van het systeem wordt bij
uitschakeling van het contact in het
geheugen opgeslagen.
Automatische hervergrendeling
na ontgrendeling
Deze functie vergrendelt automatisch
alle portieren, de bagageruimte en de
tankvulklep kort nadat u deze met de
handzender of elektronische sleutel
heeft ontgrendeld, vooropgesteld dat
er geen portier openstaat.
Kindersloten
9 Waarschuwing
Gebruik de kindersloten wanneer
kinderen op de achterste zitplaat‐
sen worden vervoerd.
Mechanische kindersloten
Om te activeren, het kinderslot
omhoog draaien. De schuifdeur kan
niet van binnenuit worden geopend.
Om te deactiveren, het kinderslot
omlaag draaien. De schuifdeur kan
van binnenuit worden geopend.