230
Rijden en bediening
5. Sluit de autostekker van de mode
3 oplaadkabel aan op de oplaa‐
daansluiting van de auto.
Oplaadstatus 3 234.
Het begin van het opladen wordt
aangegeven door groen knippe‐
ren van het statuslampje op de
oplaadaansluiting.
Zodra er wordt opgeladen, wordt de
autostekker in de oplaadaansluiting
vergrendeld en kan tijdens het opla‐
den niet worden ontkoppeld. Het
lampje - brandt.
Oplaadmethoden 3 225.
Opladen bij openbare AC-
oplaadpalen/openbare DC-
oplaadpalen
Ga bij het opladen bij een openbare
AC-oplaadpaal/openbare DC-
oplaadpaal te werk volgens de
instructies voor het gebruik van het
betreffende oplaadstation. Openbare
AC-oplaadpalen zijn mogelijk niet
voorzien vaan een geïntegreerde
oplaadkabel. In dat geval is een
draagbare mode 3 oplaadkabel
nodig.
Ontgrendel om het opladen te onder‐
breken de auto door op - op de
afstandsbediening te drukken. Druk
als selectief ontgrendelen is geacti‐
veerd twee keer op - op de afstands‐
bediening. Druk als de auto al
ontgrendeld is op de controlelamp -
bij de oplaadaansluiting en houd deze
ingedrukt. Openbare DC-oplaadpa‐
len hebben wellicht ook een functie
voor het onderbreken van de oplaad‐
procedure.
Oplaadmethoden 3 225.