134
Instrumenten en bedieningsorganen
Multimedia
Druk op : om het menu Instellingen
te openen.
Eenheidsinstellingen
Selecteer Systeemconfiguratie.
Verander de eenheden voor Afstand
en verbruik en Temperatuur.
Taalinstellingen
Selecteer Taal.
Wijzig de taal door de optie van uw
keuze aan te raken.
Snelkoppelingen
_ indrukken.
Selecteer Snelkoppelingen.
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
● Parkeerhulp: Activeert of deacti‐
veert de parkeerhulpsensoren.
● Dodehoekbewaking: Activeert of
deactiveert de dodehoekdetec‐
tie.
● Bandenspan.contr.: Initialiseert
het detectiesysteem voor
bandenspanningsverlies.
● Diagnose: Toont waarschu‐
wingsberichten voor het diagno‐
sesysteem.
Vooraf ingestelde snelheden opslaan
in geheugen
Met deze functies kunt u maar liefst
zes snelheidsinstellingen voor de
cruisecontrol en de snelheidsbegren‐
zer instellen. Er zijn standaard al
enkele snelheden in het geheugen
opgeslagen.
● _ indrukken.
● Selecteer Snelheden
aanpassen.
● Selecteer Cruisecontrol of
Snelheidsbegrenzer.
● Selecteer de te wijzigen snel‐
heidsinstelling.
● Voer de nieuwe snelheidswaarde
in via het toetsenblok en bevestig
deze met A/OK.
● Bevestig nogmaals met A/OK
om het menu af te sluiten.
Instellingen van de auto.
_ indrukken.
Selecteer Instellingen van de auto..
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
● Parkeren
Blokkering inklappen
buitenspiegels: Activeert of deac‐
tiveert het automatisch uit-/
inklappen van de buitenspiegels.
Ruitenwisser achter bij
inschakelen achteruit: Activeert
of deactiveert automatische
inschakeling achterruitwisser bij
inschakelen achteruitversnelling.
● Verlichting
Follow me home-verlichting: Acti‐
veert of deactiveert de functie en
past de duur aan.