Persoonlijke
instellingen
U kunt het gedrag van de auto naar
wens afstemmen door de instellingen
in het Info-Display aan te passen.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau
en de specifieke regelgeving in uw
land, zijn sommige van de hieronder
beschreven functies eventueel niet
aanwezig.
Sommige functies worden alleen
weergegeven of zijn alleen actief bij
een draaiende motor.
Radio (Infotainment-systeem)
Instrumenten en bedieningsorganen
Druk op MENU om de menupagina te
openen.
Gebruik de pijltjestoetsen voor bedie‐
ning van het display:
Selecteer Configuratie Persoonlijke
instellingen I OK.
Eenheidsinstellingen
Kies Configuratie display I OK.
Kies Selectie eenheden I OK.
Kies de gewenste instellingen I OK.
Taalinstellingen
Kies Configuratie display I OK.
Kies Taalkeuze I OK.
Kies de gewenste taal I OK.
Voertuiginstellingen
Kies Autoparameters definiëren I
OK.
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
● Verlichting
Follow-Me-Home-verlichting:
Activeert of deactiveert de functie
en past de duur aan.
Welkomstverlichting: Activeert of
deactiveert de functie en past de
duur aan.
Meesturende koplampen: Acti‐
veert of deactiveert de functie.
● Comfort
Sfeerverlichting: Past de helder‐
heid van de sfeerverlichting aan.
Achterruitwisser bij
achteruitversnelling: Activeert of
deactiveert automatische inscha‐
keling achterruitwisser bij inscha‐
kelen achteruitversnelling.
● Auto
Alleen bagageruimte
ontgrendelen: Activering/deacti‐
vering.
Alleen bestuurdersportier
ontgrendelen: Bestuurderspor‐
tier / alle portieren.
● Beveiliging
Vermoeidheidsdetectie: Acti‐
veert of deactiveert de vermoei‐
dheidsdetectie.
● Bestuurdersondersteuning
Snelheidsadvisering: Activeert of
deactiveert de functie.
133