118
Instrumenten en bedieningsorganen
9 Waarschuwing
Stoppen. De auto meteen stilzet‐
ten. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Handrem
h brandt rood.
Licht op wanneer de handmatige
handrem is geactiveerd en het
contact is ingeschakeld 3 186.
Elektrische handrem
j brandt of knippert rood.
Brandt
Elektrische handrem is aangetrokken
3 186.
Knippert
De elektrische parkeerrem wordt niet
automatisch aangetrokken. Het
aantrekken of loszetten werkt niet.
9 Waarschuwing
Oorzaak van de storing onmiddel‐
lijk door een werkplaats laten
verhelpen.
Elektrische handrem defect
k brandt geel.
Brandt
Storing in de elektrische parkeerrem
3 186.
9 Waarschuwing
Oorzaak van de storing onmiddel‐
lijk door een werkplaats laten
verhelpen.
Automatische bediening
van elektrische handrem uit
o brandt geel.
Brandt
Automatische bediening is geacti‐
veerd of werkt niet. In geval van een
storing licht o samen met andere
controlelampen op of gaat deze
vergezeld van een bijbehorend
bericht op het Driver Information
Center.
Activeer de automatische bediening
opnieuw of laat het probleem verhel‐
pen door een garage in geval van een
storing.
Automatische bediening 3 186.
Antiblokkeersysteem (ABS)
i brandt geel.
Brandt na het inschakelen van de
ontsteking enkele seconden. Het
systeem is na het doven van het
controlelampje klaar voor gebruik.
Als i na enkele seconden niet dooft
of als deze onderweg gaat branden,
dan zit er een storing in het ABS. Het
remsysteem blijft normaal werken,
maar zonder ABS-regeling.
Als i samen met h oplicht, neemt
het systeem een storing in de elek‐
tronische remkrachtverdeling waar.
Schakel de motor onmiddellijk uit en
raadpleeg een werkplaats.