Type B: De motor wordt opnieuw
gestart als
● de keuzehendel in de stand A of
M staat en het rempedaal is
losgelaten
● de keuzehendel in de stand N
staat, het rempedaal is ingetrapt
en de keuzehendel in de stand
A of M wordt gezet
● de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld
Herstarten van de motor door het
stop-startsysteem
De keuzehendel moet in neutraal
staan om automatisch herstarten
mogelijk te maken.
Als er zich een van de volgende
omstandigheden voordoet tijdens
een Autostop, dan zal de motor auto‐
matisch door het stop-startsysteem
worden herstart:
● afhankelijk van de motor een
rijsnelheid van meer dan 3 km/u
of 25 km/u (handgeschakelde
versnellingsbak)
● een rijsnelheid van meer dan
3 km/u (automatische versnel‐
lingsbak)
● Stop/Start-systeem manueel
uitgeschakeld
● bestuurdersportier geopend
● schuifdeur geopend.
● veiligheidsgordel bestuurder
losgeklikt
● motortemperatuur te laag
● oplaadniveau van accu lager dan
het vastgelegde niveau
● remvacuüm onvoldoende
● auto rijdt minstens stapvoets
● aircosysteem vereist starten van
de motor
● airco handmatig ingeschakeld
Als een elektrische accessoire, bijv.
een draagbare cd-speler, op de elek‐
trische aansluiting is aangesloten,
merkt u mogelijk een korte span‐
ningsdaling tijdens het herstarten.
Rijden en bediening
Parkeren
9 Waarschuwing
● Parkeer de auto niet op een
ondergrond met brandbaar
materiaal. Door de hoge
temperatuur van het uitlaatsys‐
teem kan het oppervlak
ontbranden.
● Trek de handrem aan.
● Als de auto vlak of op een oplo‐
pende helling staat, dan de
eerste versnelling inschakelen
of de keuzehendel in stand P
zetten (automatische versnel‐
lingsbak type A)/N (automati‐
sche versnellingsbak type B).
Op een oplopende helling
bovendien de voorwielen van
de stoeprand wegdraaien.
Als op een aflopende helling
staat, dan de achteruitversnel‐
ling inschakelen of de keuze‐
hendel in stand P zetten (auto‐
matische versnellingsbak type
A)/N (automatische versnel‐
lingsbak type B). Bovendien de
171