Inhoudsopgave
Advertenties
204
Rijden en bediening
Detectie van voorligger
Als het systeem geen voorligger
detecteert, verschijnt U op het
Driver Information Center. Het
systeem werkt als een conventionele
cruisecontrol.
Als het systeem een voorligger detec‐
teert, verschijnt V op het Driver
Information Center.
Als het systeem een voorligger detec‐
teert die te dichtbij of te langzaam is,
past het de snelheid daarop aan.
W verschijnt op het Driver Informa‐
tion Center.
Als het systeem de limiet voor
aanpassen van de snelheid om de
volgafstand aan te houden nadert,
wordt de bestuurder gewaarschuwd
dat een automatische deactivering
van het systeem op handen is. X
en Q knipperen op het Driver Infor‐
mation Center.
Als het systeem de limiet voor het
aanpassen van de snelheid voor het
aanhouden van de volgafstand
bereikt en de bestuurder niet op deze
situatie reageert, wordt het systeem
automatisch gedeactiveerd en
verschijnt X op het Driver Informa‐
tion Center.
Als de bestuurder de ingestelde snel‐
heid even overschrijdt, wordt het
systeem automatisch uitgeschakeld
en verschijnt Z op het Driver Infor‐
mation Center.
Functie deactiveren
Druk op de knop om de functie te
deactiveren. De semi-adaptieve
cruise control staat in de pauzemo‐
dus en er verschijnt een bericht. U
rijdt in de auto zonder semi-adaptieve
cruise control.
De semi-adaptieve cruise control
wordt gedeactiveerd, maar niet uitge‐
schakeld. De laatst opgeslagen snel‐
heid blijft in het geheugen voor het
later hervatten van de snelheid.
De semi-adaptieve cruise control
wordt automatisch gedeactiveerd:
● onvoldoende afstand tussen uw
auto en de voorligger
● rijsnelheid lager dan 40 km/u
● de voorligger rijdt te langzaam
● Traction Control-systeem of elek‐
tronische stabiliteitsregeling
actief
● geselecteerde afstand tot voor‐
ligger bereikt
● een ander voertuig voegt in
tussen uw auto en de voorligger
● afstand tot voorligger kan niet
worden aangehouden, bijv. bij
een steile afdaling
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
