STORINGEN
(1/8)
Onderstaande aanwijzingen helpen u eventuele storingen snel, maar voorlopig, te verhelpen. Laat de auto echter wel zo spoedig mo-
gelijk door een merkdealer nakijken.
Gebruik van de kaart
De kaart kan geen portieren ontgrendelen
of vergrendelen.
Het bericht "Plaats de kaart bij de START-
knop" verschijnt op het instrumentenpa-
neel.
MOGELIJKE OORZAKEN
Batterij van de card leeg.
Gebruik van apparaten die op dezelfde
frequentie als de card werken (mobiele te-
lefoon, enz.).
De auto bevindt zich in een sterk elektro-
magnetisch veld. Accu van de auto ontla-
den.
De motor van de auto is gestart.
De kaartaccu is leeg of de kaart is niet
synchroon.
WAT TE DOEN
Vervang de accu of laat deze vervangen. U kunt
nog steeds uw auto vergrendelen/ontgrendelen
en starten. ➥ 1.14 en ➥ 2.4 of ➥ 2.5.
Gebruik deze apparaten niet langer of gebruik
de sleutel. ➥ 1.14.
Gebruik de sleutel die in de card is geïntegreerd
➥ 1.14.
Als de motor draait, werkt het vergrendelen/ont-
grendelen van de card niet. Zet het contact uit.
Controleer de accustatus van de kaart of plaats
de kaart in het gebied ➥ 2.5 dat hiervoor is
bedoeld en druk vervolgens op de "START"-
knop.
5.41