MENU VOOR HET PERSONALISEREN VAN DE AUTO-INSTELLINGEN
2
A
3
6
Auto's zonder een
multimediascherm
Toegang tot het instellingenmenu op het
scherm 2 op auto's uitgerust met een
instrumentenpaneel A
Zet de auto stil en druk zo vaak als nodig op
de schakelaar 3 om het tabblad "Voertuig"
weer te geven.
Druk achter elkaar op schakelaar 4 of 5 tot
u het menu "Instellingen" bereikt, en beves-
tig uw keuze door op te drukken op 6 "OK".
1.96
B
4
5
Toegang tot het instellingenmenu op het
scherm 2 op auto's uitgerust met een
instrumentenpaneel B
Druk met stilstaande auto zo vaak als nodig
op de schakelaar 3 om naar de wereld
"Instellingen" te gaan, en druk vervolgens
op 6 "OK" om te bevestigen.
Druk op 4 of 5 om naar het menu "Voertuig
instellingen" te gaan en druk vervolgens op
de schakelaar 6 "OK" om te bevestigen.
Selectie van de instellingen
2
Navigeer met behulp van de 4 of 5 om de
functie te selecteren die moet worden ge-
wijzigd en druk op 6 "OK" om te bevestigen
(weergave kan variëren naargelang de uit-
rusting van de auto en het land):
a) "INSTRUM.PANEEL":
4
3
b) "VOERTUIG":
6
5
c) "PARKEER ASSIST.":
(2/3)
– Taal;
– Eenheid;
– Stijl;
– Kleur.
– Wissen van de achterruit bij achteruit-
rijden;
– Automatische wissen van de voorruit;
– Druppel-wisfunctie voor/achter;
– Welkom buitenkant;
– Vrijloop in de ECO-modus;
– Indicatorvolume.
– Volume geluidssignaal;
– obstakeldetectie voorkant;
– obstakeldetectie zijkant;
– obstakeldetectie achterkant.