POMPSET VOOR DE BANDEN
3
4
5 6
9
Gebruik bij een lekke band, de set die is op-
geborgen in de bagageruimte of onder de
bodemplaat van de bagageruimte (afhanke-
lijk van de auto). ➥ 3.55.
Auto met een controlesysteem voor ban-
denspanning
Bij een te lage bandenspanning (lekken, te
lage bandenspanning enz.) verschijnt het
waarschuwingslampje op het instru-
mentenpaneel. ➥ 2.32.
5.6
(2/3)
Draaiende motor, parkeerrem aangetrok-
ken:
– sluit de slang 4 van de compressor aan
op de toevoer van de fles 9;
– haal de dop van de pompaansluiting van
de fles 3;
– schroef het dopje van het ventiel van het
7
betreffende wiel los en schroef de pomp-
aansluiting van de fles 3 erop;
– koppel de accessoires los die eerder
waren aangesloten op de accessoireaa-
nsluitingen van het voertuig;
– sluit de stekker 7 beslist aan op de ac-
cessoireaansluiting van uw auto;
8
– Druk op 5 om de band op te pompen tot
de aanbevolen spanning. ➥ 4.13;
– na maximaal 15 minuten stopt u het
pompen om de spanning af te lezen (op
de manometer 6).
Als u de auto heeft stilgezet in de berm van de weg, moet u de andere weggebrui-
kers waarschuwen door middel van de gevarendriehoek of op een andere, in het
land waar u bent, voorgeschreven manier.
NB: terwijl de fles leegloopt (ongeveer
30 seconden), geeft de manometer 6 kort
een druk tot 6 bar aan, waarna de span-
ning weer daalt.
– Corrigeer de spanning: om deze te ver-
hogen gaat u door met het oppompen
met de set, om deze te verlagen drukt u
op de knop 8.
Voordat u de set gebruikt zet
u de auto aan de kant van
de weg, ver genoeg van het
verkeer, schakelt u de alarm-
knipperlichten in, zet u de parkeerrem
vast, laat u alle inzittenden uit de auto
stappen en zorgt u dat deze zich op vei-
lige afstand van het verkeer bevinden.