TIPS VOOR HET RIJDEN, ZUINIG RIJDEN
Het brandstofverbruik is goedgekeurd over-
eenkomstig een voorgeschreven standaard-
methode.
Deze methode is voor alle autofabrikanten
hetzelfde en maakt het mogelijk om auto's
met elkaar te vergelijken.
Het werkelijke verbruik is afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden, de uitrusting en
de rijstijl.
Raadpleeg voor een optimaal brandstofver-
bruik onderstaande aanbevelingen.
2.22
(1/8)
Afhankelijk van de auto beschikt u over ver-
schillende functies die u kunnen helpen het
brandstofverbruik te verminderen:
– de toerenteller;
– Indicatielampje voor overschakelen naar
de volgende versnelling;
– de vrijloopfunctie;
– het indicatielampje rijstijl;
– indicator Eco-acceleratie;
– de trajectbalans en tips voor zuinig rijden
via het bedieningsscherm;
– stand ECO;
– de functie Stop and Start ➥ 2.8.
Vrijloopfunctie
Bij auto's met een automatische transmissie
(afhankelijk van de auto) wordt in de rem-
fasen (met de voet volledig van het gaspe-
daal), de vrijloop ingeschakeld (automatisch
neutraal) om afremmen op de motor te ver-
minderen zodat u verder komt zonder gas te
geven. Dit bespaart brandstof.
Het controlelampje
verschijnt op het
instrumentenpaneel:
– grijs als de auto niet in de vrijloopmodus
is;
– groen of wit, afhankelijk van de auto, als
de auto in vrijloopmodus is (automatisch
neutraal).