AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
Parkeren van de auto
Als de auto stilstaat, houdt u het rempedaal
ingedrukt en zet u de selecteurhendel in
stand P (parkeren): de transmissie staat in
neutraal en de voorwielen zijn mechanisch
geblokkeerd.
Zet de handrem vast of, afhankelijk van
de auto, controleer of de automatische
parkeerrem vastgezet is.
Stand P mag alleen worden ingescha-
keld als het voertuig stilstaat.
Bij het manoeuvreren kan de
auto aan de onderkant ergens
tegenaan rijden (bijvoorbeeld:
contact met een paaltje, een
trottoir of ander stadsmeubilair) en daar-
door schade oplopen (bijvoorbeeld: ver-
vorming van een as enz.).
Om ieder risico van een ongeluk te voor-
komen, moet u uw auto door een merk-
dealer laten controleren.
(3/3)
Onderhoudsintervallen
Raadpleeg het onderhoudsdocument voor
uw auto of een geautoriseerde dealer om na
te gaan of periodiek onderhoud noodzakelijk
is voor de automatische transmissie.
Als de transmissie geen onderhoud nodig
heeft, hoeft geen olie te worden bijgevuld.
Bij een storing
– als tijdens het rijden het bericht
"Controleer auto.transmissie" verschijnt
op het instrumentenpaneel, duidt dit op
een storing. Raadpleeg zo spoedig mo-
gelijk uw merkdealer;
– als tijdens het rijden het bericht
"Oververhitting auto.transmissie" ver-
schijnt op het instrumentenpaneel, stop
dan zo snel mogelijk om de versnellings-
bak te laten afkoelen en wacht totdat het
bericht verdwenen is;
– storingen oplossen bij een auto met
een automatische transmissie ➥ 5.39.
Om veiligheidsredenen mag u nooit het contact uitzetten voordat de auto com-
pleet stilstaat.
2
4
Als deze functie is ingeschakeld en de
hendel vastzit in P, drukt u op het rempe-
daal. U kunt de hendel handmatig losmaken.
Maak daarvoor de onderkant van de hendel
los, steek een gereedschap (onbuigzame
stang) in de gleuf 4 en druk tegelijk op de
knop 2 om de hendel te ontgrendelen.
Raadpleeg echter snel een merkdealer.
2.147