KAART: algemeen
(1/3)
1
4
1 Ontgrendelen van alle portieren.
2 Vergrendelen van alle portieren.
3 Alleen de achterklep vergrendelen/ont-
grendelen.
4 Op afstand inschakelen van de ver-
lichting.
1.6
Met de kaart kunt u:
– de portieren, de achterklep en de tan-
kdopklep vergrendelen/ontgrendelen
(raadpleeg de volgende bladzijdes);
– de verlichting inschakelen op afstand van
de auto (raadpleeg de volgende bladzij-
des);
2
– Automatisch op afstand sluiten van de
elektrisch bediende ruiten ➥ 3.29 en
3
het open dak, afhankelijk van de auto.
➥ 3.31;
– motor starten ➥ 2.5.
Actieradius
Controleer of de batterij van het juiste model
en in goede conditie is, en correct geplaatst.
De levensduur is ongeveer twee jaar: moet
worden vervangen als het bericht "Batterij
kaart bijna leeg" op het instrumentenpaneel
wordt weergegeven ➥ 5.32.
Bereik van de card
Dit wordt beïnvloed door de omgeving. Let
bij het vasthouden van de kaart op dat u niet
per ongeluk op de knoppen drukt waardoor
de portieren worden vergrendeld of ontgren-
deld.
Opmerking: als een portier of de kofferbak
open is of niet goed is gesloten, wordt de
vergrendeling niet uitgevoerd. Er klinkt een
geluidssignaal en de alarm- en zijknipper-
lichten knipperen niet.
Radiostoringen
De werking van de kaart kan gestoord
worden in de omgeving van een zendinstal-
latie of bij gebruik van apparatuur die werkt
op dezelfde frequentie als de kaart.
Bij lege batterij, kunt u de auto altijd
vergrendelen/ontgrendelen en starten.
➥ 1.14 ➥ 2.5.