OLIEPEIL VAN DE MOTOR: algemeen
Iedere motor verbruikt wat olie voor het
smeren en koelen van de bewegende delen
in de motor. Het is daarom normaal dat u
tussen twee onderhoudsbeurten olie moet
bijvullen.
Indien u na de inrijperiode echter meer dan
0,5 liter olie per 1000 km moet bijvullen,
dient u dit aan een merkdealer te melden.
Controleer het oliepeil regelmatig en
in ieder geval voor elke grote reis: vul
indien nodig tijdig olie bij om ernstige
schade aan de motor te voorkomen.
Aflezen van het oliepeil
De auto moet horizontaal staan en de motor
mag geruime tijd niet hebben gedraaid.
Voor het exacte oliepeil en het controle-
ren of het maximumpeil niet overschre-
den is (risico op schade aan motor), moet
u de peilstaaf gebruiken.
Afhankelijk van de auto waarschuwt het dis-
play van het instrumentenpaneel uitsluitend
als het oliepeil minimaal is.
4.4
B
A
C
B
A
– Haal de peilstaaf eruit en veeg hem af
met een droge en niet pluizende doek;
– steek de peilstaaf weer zo diep mo-
gelijk in zijn houder, (als de motor een
"peildop" C heeft, draait u deze geheel
vast);
– haal de peilstaaf weer uit de motor;
– lees het peil af; dit mag nooit lager zijn
dan de markering "MINI" A en nooit
hoger dan de markering "MAXI" B.
Als u het peil heeft gelezen, moet u de peil-
staaf tegen de aanslag terugplaatsen of de
peildop geheel vastdraaien.
Voordat u iets doet onder de
motorkap, moet u het contact
afzetten. ➥ 2.4 ➥ 2.5.
Motorolie bijvullen
Gebruik een trechter of be-
scherm het gedeelte rond te
vulopening om te voorkomen
dat er motorolie op een warm gedeelte
van de motorruimte of een gevoelig on-
derdeel (d.z.w. elektrische onderdelen)
terechtkomt.
Risico van brand.
Overschrijding van het
maximumpeil van de
motorolie
Het maximumpeil B mag nooit
worden overschreden: dit kan leiden tot
schade aan de motor en het antiveront-
reinigingssysteem.
Als het peil boven het maximum is, start
de motor dan niet en roep de hulp in
van een merkdealer.