RUITENWISSER, -SPROEIER ACHTER
Inschakelen/uitschakelen van de
achterruitwisser
Wanneer de achteruitversnelling wordt inge-
schakeld, wordt het intervalwissen van de
achterruit ingeschakeld (als de ruitenwissers
van de voorruit werken). Als uw auto is uitge-
rust met een menu om de auto-instellingen
te personaliseren, kunt u deze functie in- of
uitschakelen. ➥ 1.95.
Voor auto's die niet zijn uitgerust met een
menu om de instellingen te personaliseren,
kunt u de functie laten deactiveren door een
merkdealer.
(2/2)
Wanneer er zich obstakels op de achterruit
bevinden (vuil, sneeuw ...), probeert de rui-
tenwisser alle obstakels weg te wissen. Als
een obstakel de beweging van het blad ver-
hindert, kan het blad stoppen. Verwijder het
obstakel, wacht ongeveer 30 seconden en
schakel de ruitenwisser opnieuw in met de
schakelaar voor het wissen.
Voorzorgsmaatregelen
– Controleer bij vorst voordat u de ruiten-
wisser inschakelt of de ruitenwisserbla-
den niet zijn vastgevroren op de ruit. Als
u de ruitenwisser bedient terwijl het blad
geblokkeerd is door vorst, bestaat het
risico dat zowel het blad als de motor van
de ruitenwisser beschadigd raken.
– Activeer de ruitenwissers niet op een
droge ruit. Dit kan leiden tot vroegtijdige
slijtage of beschadiging van de wisser-
bladen.
1
p
Ruitenwissers/
ruitensproeiers achter
Duw met het contact aan lang tegen de
schakelaar 1 en laat vervolgens los.
Als u de schakelaar lang bedient, wordt de
achterruitsproeier ingeschakeld en maakt de
achterruitwisser drie wisbewegingen, en na
enkele seconden nog een vierde.
1.119