ELEKTRONISCHE PARKEERREM
Automatische werking
Vastzetten van de automatische
parkeerrem
Bij stilstaande auto kunt u de auto blok-
keren met behulp van de automatische par-
keerrem:
– door te drukken op de knop voor star-
ten/stoppen van de motor 1 of door
de contactsleutel 2 te draaien naar de
"ON" 2 stand;
De elektronische parkeerrem kan worden gebruikt om de auto stil te zetten. Controleer, voordat u de auto verlaat, of de automatische
parkeerrem inderdaad is vastgezet. Controlelampje 4 op schakelaar 3 en controlelampje
nen om aan te geven dat de parkeerrem is ingeschakeld. De lampjes gaan uit als de portieren worden vergrendeld. Afhankelijk van
de auto bevindt zich een sticker op het bovenste deel van de voorruit om u hieraan te herinneren.
(1/4)
1
2
of
– als de bestuurdersgordel niet is vast-
gemaakt;
of
– bij het openen van het bestuurderspor-
tier;
of
– bij auto's met een automatische trans-
missie, wanneer stand P wordt inge-
schakeld.
4
3
In alle andere gevallen, bijvoorbeeld als
de motor is afgeslagen of in stand-by
is door de werking van Stop and Start
➥ 2.8, de elektronische parkeerrem wordt
niet automatisch ingeschakeld.
De handbediening moet dan gebruikt
worden.
Voor bepaalde modellen in sommige landen
wordt de rem niet automatisch vastgezet.
Raadpleeg de paragraaf "handbediening".
Het vastzetten van de automatische par-
keerrem wordt bevestigd door het bericht
"Parkeerrem aangetrokken" en het contro-
}
lelampje
op het instrumentenpa-
neel en door het oplichten van het controle-
lampje 4 op de schakelaar 3.
Na het stilzetten van de motor, dooft het con-
trolelampje 4 enkele minuten na het vastzet-
ten van de automatische parkeerrem en het
}
controlelampje
gaat uit bij het ver-
grendelen van de auto.
}
op het instrumentenpaneel verschij-
2.17