Hoofdstuk 6 ECG-bewaking
Elektroden op de patiënt aanbrengen
In de volgende paragrafen wordt aangegeven waar u de elektroden moet plaatsen bij
ECG-bewaking met kabels met 3 of 5 afleidingen. Voor ECG-kabels met 3 afleidingen plaatst
u de elektroden zoals aangegeven in afbeelding 4-1, Plaatsing van de elektroden bij 3 afleidingen.
Voor ECG-kabels met 5 afleidingen plaatst u de elektroden zoals aangegeven in afbeelding 4-2,
Plaatsing van de elektroden bij 5 afleidingen.
Breng de elektroden niet aan op pezen en grote spiermassa's.
Plaatsing van de elektroden bij 3 afleidingen
Afhankelijk van het plaatselijke gebruik, zijn de ECG-afleidingen voorzien van de markeringen
RA, LA en LL of R, L en F). De volgende tabel bevat de markeringen en kleurcoderingen voor
de verschillende afleidingensets.
AHA-kleurcodering
RA / witte elektrode
LA / zwarte elektrode
LL / rode elektrode
6-4
IEC-kleurcodering
R / rode elektrode
L / gele elektrode
F / groene elektrode
Wit
Plaatsing van de elektroden bij 3 afleidingen
www.zoll.com
Plaatsing van elektrodes
Aanbrengen vlakbij de midclaviculaire lijn
aan de rechterzijde, direct onder het
sleutelbeen.
Aanbrengen vlakbij de midclaviculaire lijn
aan de linkerzijde, direct onder het
sleutelbeen.
Aanbrengen tussen 6e en 7e intercostale
ruimte op de midclaviculaire lijn aan de
linkerzijde van de patiënt.
Zwart
Rood
9650-001820-16 Rev. B