Hoofdstuk 15 Communicatie
Een ethernetverbinding instellen
U kunt een ethernetadapter gebruiken om gegevens via een ethernetkabel naar een pc te
verzenden.
Selecteer Ethernet configureren in het menu Communicatie .
Gebruik de navigatietoetsen om DHCP of Static IP te gebruiken. Als u Static IP gebruikt, voert
u waarden voor IP-adres, Subnetmasker, Standaardgateway, Voorkeurs-DNS-server en
Alternat. DNS-server in via het numerieke toetsenbord.
Opmerking:
15-28
Als u een ethernetadapter gebruikt voor het overbrengen van gegevens naar een
pc, adviseert ZOLL om het Static IP-adres 169.254.1.250 te gebruiken en het
subnetmasker 169.254.1.250.
www.zoll.com
9650-001820-16 Rev. B