Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 9 CO2-bewaking
Als u voor geïntubeerde patiënten bij een gesloten suctiesysteem een bemonsteringslijn
Waarschuwing! •
gebruikt, moet u de luchtwegadapter niet tussen de suctiekatheter en de endotracheale
slang plaatsen. Als u dat wel doet, bestaat de kans dat de luchtwegadapter de werking van
de suctiekatheter verstoort.
• Maak geen inkepingen in de bemonsteringslijn en snijd er nooit een stuk van af. Snijden in
de bemonsteringslijn kan onjuiste metingen veroorzaken.
• Als er te veel vocht in de bemonsteringslijn komt (door omgevingsvocht, ademhaling of
buitengewoon vochtige lucht), wordt het bericht Opschonen in het berichtengebied
weergegeven. Als de bemonsteringslijn niet kan worden vrijgemaakt, wordt het bericht
CO2-FILTERLIJN VERSTOPT in het berichtengebied weergegeven. Als het bericht
CO2-FILTERLIJN VERSTOPT wordt weergegeven, vervangt u de bemonsteringslijn.
• Gebruik de CO
ontvlambare anesthetica of andere ontvlambare gassen.
• Losse of beschadigde aansluitingen kunnen de beademing negatief beïnvloeden of een
onjuiste meting van de ademhalingsgassen veroorzaken. Zorg ervoor dat alle onderdelen
goed zijn aangesloten en controleer de aansluitingen conform de standaard klinische
procedures op lekkage.
• Controleer na plaatsing van de luchtwegadapter altijd of het ademhalingscircuit van de
patiënt intact is. U doet dit door na te gaan of er een juiste CO
monitorscherm wordt weergegeven.
Voorzichtig
Microstream
Probeer niet (een deel van) de bemonsteringslijn te reinigen, te desinfecteren, te steriliseren of
door te spoelen; hierdoor kan de monitor worden beschadigd.
Gooi bemonsteringslijnen weg in overeenstemming met de geldende standaardprocedures of de
lokale regels voor het weggooien van verontreinigd medisch afval.
Lees de gebruiksaanwijzing bij de Microstream EtCO
gaat gebruiken.
CO
-bewaking instellen en gebruiken
2
Voer de volgende stappen uit om de CO
1. Selecteer de juiste CO
Bevestig de bemonsteringslijn aan de CO
2.
Breng de Filterline-luchtwegadapter of de Smart CapnoLine-neuscanule of -neus-/mondcanule
3.
aan op patiënt.
Controleer of de Propaq M-eenheid is ingesteld op het juiste patiënttype -- Volwassenen,
4.
Kinderen of Pasgeborenen.
Configureer de alarmfuncties (als de huidige alarminstellingen niet geschikt zijn), evenals de
5.
andere CO
Druk op de sneltoegangstoets CO2 (
6.
9-2
-accessoires van het Microstream-zijstroomsysteem NIET in de buurt van
2
®
EtCO
-bemonsteringslijnen zijn gemaakt voor eenmalig gebruik bij één patiënt.
2
-bemonsteringslijn voor de patiënt.
2
-functies.
2
www.zoll.com
-bemonsteringslijnen voordat u een lijn
2
-bewaking in te stellen:
2
-inlaatpoort van de eenheid.
2
) om de CO
-bewaking te starten.
CO
CO
2
2
2
-curve (capnogram) op het
2
9650-001820-16 Rev. B
Advertenties
Inhoudsopgave
