Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Boven- En Ondergrens Voor Het Temperatuuralarm Instellen; De Temperatuuraanduiding Selecteren - ZOLL Propaq M Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 12 Temperatuur bewaken
De boven- en ondergrens voor het temperatuuralarm
instellen
Aanvankelijk wordt in het menu Alarminstellingen voor de temperatuur aangegeven dat de
alarmfunctie voor de temperatuur is ingeschakeld (
ondergrens weergegeven. De boven- en ondergrens kunnen worden ingeschakeld
uitgeschakeld
standaardlimieten voor de temperatuur voor volwassenen, kinderen en pasgeborenen, plus het
bereik waarbinnen u deze limieten kunt instellen:
Soort patiënt
Volwassenen
Kinderen
Pasgeborenen Ondergrens: 0,0 °C

De temperatuuraanduiding selecteren

Via het bedieningspaneel voor de temperatuur kunt u alarmen configureren (zoals hiervoor
beschreven) en beschrijvende aanduidingen voor de temperatuurkanalen selecteren die op het
cijfertoetsenblok en in het trendverslag verschijnen.
12-4
(de standaardinstelling is
(UIT)
Standaardlimiet voor
temperatuur
Ondergrens: 0,0 °C
Bovengrens: -15 °C
Ondergrens: 0,0 °C
Bovengrens: -15 °C
Bovengrens: -15 °C
Temp
T1-alarm
T2 alarm
T1 Bronaanduiding
T2 Bronaanduiding
www.zoll.com
) en worden de standaardboven- en
AAN
). De onderstaande tabel bevat de
UIT
Bereik voor temperatuurlimieten
Ondergrens: 0,0 - 32,1 °C
Bovengrens: -17,7 - 32,2 °C
Ondergrens: 0,0 - 32,1 °C
Bovengrens: -17,7 - 32,2 °C
Ondergrens: 0,0 - 32,1 °C
Bovengrens: -17,7 - 32,2 °C
Onder
Boven
90
100
85
98
5
8
T1
T2
of
(AAN)
9650-001820-16 Rev. B

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave