Hoofdstuk 10 Puls-CO-oximetrie (SpO2)
•
Onnauwkeurige metingen van SpHb en SpOC kunnen worden veroorzaakt door:
•
verkeerd aangebrachte sensor
•
intravasculaire kleurstoffen zoals indocyaninegroen of methyleenblauw
•
kleurstoffen en structuren die uitwendig zijn aangebracht, zoals nagellak, kunstnagels,
glitter enzovoort.
•
verhoogd PaO2-gehalte
•
verhoogd bilirubinegehalte
•
lage arteriële perfusie
•
bewegingsartefact
•
lage mate van arteriële zuurstofsaturatie
•
verhoogd carboxyhemoglobinegehalte
•
verhoogd methemoglobinegehalte
•
een hemoglobinopathie of afwijking in de hemoglobinesynthese, zoals thalassemie,
Hb s, Hb c, sikkelcel enzovoort
•
vasospastische aandoening, zoals ziekte van Raynaud
•
hooggelegen gebieden
•
perifere vasculaire aandoening
•
leveraandoening
•
interferentie door EMI-straling
•
Onnauwkeurige metingen van SpO2 kunnen worden veroorzaakt door:
•
verkeerd aangebrachte sensor.
•
verhoogd COHb- of MetHb-gehalte: Een hoog COHb- of MetHb-gehalte kan ook
optreden als de SpO2 normaal lijkt. Als er vermoedelijk sprake is van een verhoogd
COHb- of MetHb-gehalte moet er een bloedmonster naar het laboratorium worden
gestuurd voor analyse (met co-oximetrie).
•
intravasculaire kleurstoffen, zoals indocyaninegroen of methyleenblauw.
•
kleurstoffen en structuren die uitwendig zijn aangebracht, zoals nagellak, kunstnagels,
glitter enzovoort.
•
verhoogd bilirubinegehalte
•
ernstige anemie
•
lage arteriële perfusie
•
bewegingsartefact
•
Verstorende stoffen: Kleurstoffen, of middelen die kleurstoffen bevatten en de normale
pigmentatie van het bloed veranderen, kunnen leiden tot onjuiste waarden.
•
De puls-co-oximeter is alleen bedoeld als ondersteuning bij het onderzoeken van een patiënt. Het
apparaat mag niet als enige uitgangspunt fungeren voor de diagnose of behandeling. Het gebruik
ervan moet gepaard gaan met een beoordeling van klinische symptomen.
•
De puls-co-oximeter is geen apneumonitor.
•
Hoewel de puls-co-oximeter tijdens defibrillatie gebruikt kan worden, heeft dit mogelijk
invloed op de nauwkeurigheid of de beschikbaarheid van de parameters en metingen.
•
Hoewel de puls-co-oximeter tijdens elektrocauterisatie gebruikt kan worden, heeft dit mogelijk
invloed op de nauwkeurigheid of de beschikbaarheid van de parameters en metingen.
•
De puls-co-oximeter mag niet worden gebruikt voor aritmie-analyse.
•
Voorkom elektrische schokken door altijd de sensor te verwijderen en de patiënt volledig los
te koppelen van de puls-co-oximeter, voordat de patiënt wordt gewassen.
•
Mogelijk worden SpCO-metingen niet weergegeven als de arteriële saturatie laag is of als
het methemoglobinegehalte is verhoogd.
•
SpO2, SpCO, SpMet en SpHb worden empirisch gekalibreerd in gezonde volwassen vrijwilligers
met een normaal carboxyhemoglobine- (COHb) en methemoglobinegehalte (MetHb).
10-4
www.zoll.com
9650-001820-16 Rev. B