Contourweergave
De contourweergave is een optioneel scherm dat beschikbaar is
tijdens het uitvoeren van een programma. Deze weergave verschijnt
alleen wanneer de functie is geactiveerd. Zie hoofdstuk I-8 Bewerking
instellen voor nadere instructies. Zie Afb. I.58 en Afb. I.59.
Grafische weergaven
De contourweergave toont de nodige feedback-informatie voor het
precies positioneren of het volgen van een contour in het
bewerkingsvlak.
Het scherm bestaat uit een hoofdaanzicht met de
gereedschapscontour en de locatie van de gaten, een kleiner venster
dat het complete werkstuk toont, en nog een kleiner digitaal
uitleesvenster dat de huidige positie laat zien.
Let erop dat de operator met dit display complexe
contouren alleen kan benaderen. Het met de snede
benaderen van de werkelijk geprogrammeerde contour is
helemaal afhankelijk van de vaardigheid en het geduld van
de operator.
Hoofdaanzicht
Het hoofdaanzicht wordt gebruikt voor nauwkeuriger positioneren. De
schaal is zodanig dat een pixel op het display gelijk is aan de kleinste
van de X- en Y-asdisplayresoluties. Hierdoor wordt een
schaalverplaatsing van 1 encoderimpuls zichtbaar gemaakt.
Een gereedschapspictogram staat vast in het midden van het aanzicht.
De gereedschapscontour wordt weergegeven ten opzichte van het
gereedschap. Tijdens het verplaatsen van de tafel beweegt de
gereedschapscontour alleen ten opzichte van het gereedschap.
Het gereedschapspictogram wordt niet op schaal weergegeven. Het
geeft alleen het middelpunt van het gereedschap weer.
De gereedschapscontour is met de gereedschapsradius en de
tolerantiemarge verschoven ten opzichte van de geprogrammeerde
contour. De gereedschapscontour wordt weergegeven ten opzichte
van het gekozen gereedschap.
De contour wordt aan- en uitgeschakeld in Bewerking
instellen.
84
Afb. I.58 Testprogramma in contourweergave
I Bedieningshandleiding