Boorfuncties
Functie
Druk om naar de vorige boring te gaan.
Druk om handmatig naar de volgende boring te
gaan.
Druk om het boren te beëindigen.
Voorbeeld: gegevens invoeren en een gatencirkel uitvoeren. Zie
Afb. I.35 en Afb. I.36.
Gaten (aantal van): 4
Coördinaten van middelpunt: X = 50 mm / Y = 50 mm
Radius van de gatencirkel: 20 mm
Beginhoek: hoek tussen X-as en eerste gat: 30°
Gatdiepte: Z = – 5 mm
Eerste stap: gegevens invoeren
Werkstand: RESTWEG
Druk op de softkey FUNCTIES.
Druk op de softkey GATENCIRKEL.
Start gegevensinvoer.
PATROONTYPE
Voer het type gatencirkel in (volledige cirkel).
Druk op ENT.
GATEN
Voer het aantal gaten in (4).
Druk op ENT.
44
Softkey
Afb. I.35 Formulier Gatencirkel.
Afb. I.36 Gatencirkelgrafiek
I Bedieningshandleiding