Voorbeeld: boren door doorlopen totdat de nulwaarde wordt
weergegeven.
Voer de coördinaten in incrementele maten in. Deze worden hieronder
(en op het scherm) voorafgegaan door een I. Het uitgangspunt is de
nulwaarde van het werkstuk. Zie Afb. I.33 en Afb. I.34.
Gat
1
bij: X = 20 mm / Y = 20 mm
De afstand van gat
2
tot gat 1: IX = 30 mm / IY = 30 mm
Gatdiepte: Z = -12 mm
Werkstand: RESTWEG
WAARDE VAN NOMINALE POSITIE
Kies een astoets: X-as.
Voer de waarde van de nominale positie in voor gat 1:
X = 20 mm en druk op ENT. De cursor springt naar het
veld Y-as.
WAARDE VAN NOMINALE POSITIE
Voer de waarde van de nominale positie in voor gat 1:
Y = 20 mm en druk op ENT. De cursor springt naar het
veld Z-as.
WAARDE VAN NOMINALE POSITIE
Voer de waarde van de nominale positie in voor de
gatdiepte:
Z = –12 mm. De grafische positioneerhulp voor de Z-
as wordt weergegeven. Druk op de softkey
GEBRUIKEN.
Voorpositioneer de boor boven het eerste gat. Z-as
doorlopen totdat de weergegeven waarde nul is. Het
vierkant in de grafische positioneerhulp is nu
gecentreerd tussen de twee driehoekige merken.
Trek de boor terug in de gereedschapsas (Z).
Zodra de as naar nul is verplaatst, komt de waarde bij
de volgende regel.
Druk op de softkey VOLGENDE REGEL.
Kies een astoets: X-as.
40
Afb. I.33 Boorvoorbeeld
Afb. I.34
I Bedieningshandleiding